Zintuigen van de uil

De uil heeft veel betere ogen en oren dan mensen. De ogen van de uil zitten aan de voorkant van zijn kop en niet zoals bij de meeste vogels aan de zijkant. Daardoor kunnen ze beter diepte zien en kunnen ze beter schatten wat de afstand naar hun prooi is. Ze kunnen ook heel goed in het donker zien. Hun ogen kunnen niet in hun oogkas draaien zoals wij, maar de uil heeft een heel soepele hals waarmee hij 270 graden kan draaien. Probeer dat maar eens na te doen. Ze hebben een knipvlies, het knipvlies is waar sommige dieren een derde ooglid hebben. Boven de ogen heeft een ransuil twee lange pluimen die wel op oren lijken. We noemen ze daarom oorpluimen. Maar pas op: het zijn geen oren! De echte oren van uilen zijn hele kleine gaten in de kop. Die kun je niet zien. Ze zitten onder de veren van de kop. De uil heeft ook hele erge gevoelige oren. Dat is belangrijk want zo kan hij ‘s nachts zijn prooi horen, en opeten.